Voor een nieuwe of gebruikte oprijwagen kunt u terecht bij oa.
- Tijhof autotransporters
- Witteveen autoambulances
- Dors oprijbakken
- Holee oprijwagens
- GV Trucks voor zware oprijwagens
Doen of niet?
Is het wel rendabel om een oprijwagen aan te schaffen? Vaak heeft u meer aan een goede trekauto en een aanhanger.
Oprijwagen
Voordelen:
In combinatie met een aanhanger kunt u 2 of 3 auto’s tegelijk vervoeren.
Te rijden met rijbewijs B (zonder een aanhanger). Handig met verschillende chauffeurs.
Makkelijker rijden zonder aanhanger.
Nadelen:
Verzekering, afschrijving, onderhoud voor een voertuig wat alleen voor autotransport te gebruiken is.
Beperkt laadvermogen, alleen op de aanhanger kan een zware auto worden geladen.
Vaak een hogere laadvloer dan een aanhanger
Als de oprijwagen weinig wordt gebruikt dan is het vooral een heel duur reclamebord.
Trekauto met aanhanger
Voordelen:
Met de juiste aanhanger kunt u 1 of 2 auto’s vervoeren.
Ook te gebruiken als dagelijks vervoer.
Lager gewicht dus goedkoper in de vaste lasten.
Veel keuze uit geschikte occasions. U kunt bijv. een dure Range Rover nemen of een spotgoedkope Ssanyong.
Keuze uit geel of grijs kenteken.
Ook te gebruiken met andere aanhangers voor andere vervoersklussen.
Nadelen:
Iets minder stabiel als de aanhanger de wielen onder de bak heeft.
Meer uitdaging tijdens het manouvreren.
Parkeren aan de weg vaak verboden.
Waar moet u op letten bij het kopen van een Rijbewijs B oprijwagen?
Soorten oprijwagens:
Rijbewijs B. Totaalgewicht onder de 3500kg, geschikt voor transport van een enkel voertuig. Laadvermogens zijn doorgaans 1100 tot 1500 kilo.
Vrachtwagens vallen hier buiten beschouwing. Daar heeft u Rijbewijs C voor nodig.
Rijbewijs BE. Dit geeft als voordeel om een aanhanger achter een lichte oprijwagen te hangen of om met een zogenaamde BE-combinatie meerdere auto’s te vervoeren. Dit is een BE trekker met een zeer lange aanhanger. Wie het BE rijbewijs na 2013 behaald heeft wel minder mogelijkheden qua gewicht.
Wat veel voorkomt is dat een voertuig dat eigenlijk gemaakt is om met rijbewijs C te rijden wordt teruggekeurd naar 3500 kilo om zo met een B rijbewijs te rijden… Hierdoor blijft er maar erg weinig wettelijk laadvermogen over.
Betaal nooit teveel voor een tweedehands oprijwagen. Bij doorverkoop worden deze alleen gekocht door autohandelaren. Zij betalen doorgaans geen cent teveel.
Het basisvoertuig, de chassis cabine
Een oprijwagen is niets meer dan een chassis cabine met een speciale opbouw, de zogenaamde oprijbak. Op kenteken staat meestal ‘voor vervoer voertuigen’ of ‘open wagen’. Wat regelmatig voorkomt is dat een auto met een andere opbouw wordt omgebouwd naar oprijwagen zonder de aanpassing bij de RDW te laten keuren en wegen. Hierdoor wordt bijv. een pickup die op kenteken ‘open wagen’ heet uitgerust met een oprijbak die zwaarder is dan een pickup opbouw.
De chassis cabine die als basis dient moet voldoen aan een aantal voorwaarden:
Lange wielbasis. Voor de stabiliteit tijdens het rijden en de gelijke belasting van de assen geldt, hoe groter de wielbasis hoe beter. 3.70 meter is het minimum. Meer dan 4 meter is sterk aan te raden. Vroeger waren de cabines korter waardoor bij een oude wagen een kortere wielbasis minder erg is dan bij modernere wagens. Bij een te korte wielbasis komt al het gewicht van de lading op de achterwielen terecht wat niet helpt voor een veilige wegligging. Een wielbasis van rond die 3.70 is dus prima bij een oud chassis of bijv. bij een Cabstar maar niet bij de nieuwste Sprinter.
Het maximale toegestane gewicht moet bij voorkeur 3500 kilo zijn. Er zijn soms lichtere uitvoeringen van hetzelfde chassis maar daarbij blijft er te weinig laadvermogen over. Let er dus op dat de maximale toegestane massa minimaal 3500kg is.
Er moet een keuze worden gemaakt voor het merk. Het komt vooral neer op persoonlijke voorkeur, de aandrijving en het onderstel.
Dubbellucht banden op de achteras: dit heeft een hoog technisch laadvermogen. Het extra technische laadvermogen kan wel 1000 kg meer zijn. SUV’s en bestelbussen vervoeren is hiermee geen probleem. Maar door het hogere gewicht van zo’n zwaar onderstel is het wettelijk laadvermogen een stuk lager. Officieel mogen deze wagens vaak maar 900 tot 1300 kilo laden. De andere as en extra banden wegen al gauw zo’n 100 kg. Doordat er achterwielaandrijving is komt dat gewicht er ook nog eens bij. Zo’n lange aandrijflijn weegt al snel 150 kg.
Dubbellucht rijdt stabieler en bij een klapband heb je minder kans op een ongeluk. Je hebt minder last van een slecht wegdek en spoorvorming.
Een hoog technisch laadvermogen zonder dubbellucht is ook mogelijk met de nieuwe Super Single band. Deze banden zijn breder en sterker dan normale banden en geven net dat extra beetje laadvermogen wat een enkellucht vaak tekort komt. Koelwagens en bijv. de Politie rijdt hier ook mee.
Achterwiel aandrijving geeft goede grip bij slecht terrein. Het heeft ook nadelen. Het chassis is aan de achterzijde vaak wat hoger. Het brandstofverbruik zal ook iets hoger zijn. Bij het vervangen van de banden is het prijskaartje ook hoger natuurlijk.
Er zijn ook oprijwagens met 3 assen. Dat zijn tandemassers waardoor je dus 2 assen achter elkaar hebt zoals bij een aanhanger. Het voordeel hiervan is dat het chassis aan de achterkant lager is waardoor er makkelijker lage auto’s geladen kunnen worden. Het laadvermogen is ook redelijk. Deze zijn er ook met een kantelbak of zelfs een scharnierend chassis. Daarmee kan op nauwe plekken worden geladen omdat er geen lange platen uitgeschoven hoeven te worden. Ideaal in de binnenstad dus. Er zijn meerdere merken die dit maken maar bekend zijn de Duitse merken Fitzel en Algema. Deze wagens hebben een fors prijskaartje. Het nadeel is dat de banden wringen bij elke bocht en dit flink wat extra slijtage geeft. Doordat er zo weinig van zijn gemaakt is het onderhoud ook iets duurder en niet overal uit te voeren. Door de extra as kan deze uitvoering ook gemaakt worden op basis van de VW transporter. Normaal gesproken is die te klein om als oprijwagen te dienen maar door de nieuwe brede assen is het laadvermogen en de rijstabiliteit in orde. Zo is een compacte oprijwagen te maken.
Naast het Duitse aanbod zijn er nog de Franse en Italiaanse merken. Het trio Ducato/Boxer/Jumper en de Renault Master hebben ook een chassis met een lange wielbasis. Deze hebben voorwielaandrijving waardoor de lange as naar achteren ontbreekt. Dat scheelt weer wat gewicht. Er zijn uitvoeringen verkrijgbaar met een extra lage achterkant. Hierdoor is het laden van een auto nog makkelijker.
Tegenwoordig worden auto’s steeds zwaarder. Ook bestelwagens waarop de oprijwagens zijn gebaseerd. Waar bijv. met een oud type Renault Master een oprijwagen kon worden gemaakt met 1800 kilo laadvermogen komen de nieuwere wagens zelden boven de 1500 kilo laadvermogen. Van de moderne bestelwagens is vooral de Ford Transit een uitblinker in een laag eigen gewicht. Hierna komen de Boxer/Ducato/Jumper. De Sprinter en Crafter zijn van zichzelf al aan de zware kant. De Iveco Daily schijnt een sterk werkpaard te zijn maar het eigen gewicht is erg hoog.
Verbruik: Nieuwere wagens zijn vaak minder zuinig dan de oude. Bijv. een oude Sprinter rijdt 1 op 10 en een nieuwere is vaak veel minder zuinig. Nieuwe wagens kunnen veel vermogen leveren maar dit kost wel veel brandstof. De nieuwere wagens zijn alleen zuinig bij erg rustig rijgedrag.
Een automaatbak weegt meer dan een handgeschakelde bak. Daarom is een handbak aan te raden.
De oprijbak
Deze moet licht zijn en toch sterk genoeg. Aluminium heeft de voorkeur. Meestal is het een stalen frame met een aluminium laadvlak. Het ontwerp is van groot belang. Let hierbij vooral op de oprijhoek. De laadhoogte moet laag zijn en de oprijplaten lang. De ‘knik’ in laadvlak op bij de oprijplaten moet dusdaning klein zijn dat ook moderne lage wagens erop kunnen zonder de bodem te beschadigen. Dit is bij veel oprijwagens een probleem. Met het nodige gepuzzel met houten blokken kunnen lage auto’s vaak wel geladen worden op hoge oprijwagens. Toch is het erg vervelend als na een lange rit blijkt dat het net niet lukt. Sommige oprijbakken hebben twee keer een knik waardoor het laadvlak meer geleidelijk loopt.
Het vastzetsysteem is ook van belang. Dit is een kwestie van voorkeur en maakt vooral uit bij dagelijkse gebruik. Als de oprijbak geheel of deels een gatenvloer heeft dan zijn er meer mogelijkheden om de lading goed vast te zetten. Spanbanden van 35mm breed zijn voldoende. Let wel op de gewichten op het label.
De ‘Flyover’ is het hoge deel direct achter de cabine. Dit geeft een oprijwagen iets meer uitstraling en wordt gebruikt voor het monteren van werkverlichting. Vroeger zat hier vaak ook een bandenrek en een zware lichtbalk met zwaailichten. De Flyover is redelijk overbodig. Een stootbalk op hoogte van de bumper is voldoende. Dat is een belangrijke bescherming bij een ongeluk. Je wilt niet dat de auto die geladen is toch naar voren de cabine in komt. Ipv ouderwetse zwaailampen kan het tegenwoordig ook met felle LED’s en LED werklampen wegen ook dusdanig weinig dat ze aan de cabine kunnen worden gemonteerd of zelfs binnen de cabine aan de ruit. Zonder flyover is er ook meer zicht over de rechterschouder door de achterruit. Erg handig om fietsers te kunnen zien. Als de cabine geen achterruit heeft dan kan er eventueel zelf een ruitje in worden gezet. Bijv. een raam van een camper. Als de cabine een bankje ofwel derde zitplaats heeft dan helpt het om de middenste hoofdsteun ergens anders te bewaren. Dat geeft ook meer zicht op fietsers.
Voor het vervoeren van 3-wielige voertuigen is het van belang dat de laadvloer geheel gesloten is en er in het midden ook een oprijplaat kan worden neergelegd. Vaak kunnen oprijplaten alleen links en rechts worden vastgemaakt ipv over de hele breedte. Het komt niet vaak voor maar het is wel fijn om net die ene keer dat er een vespacar oid op moet de dat het dan mogelijk is. De derde oprijplaat voor het neuswiel kan vaak lichter zijn omdat driewielers vaak weinig wegen.
Luchtvering
Deze aftermarket optie kan het laadvermogen verhogen en geeft de mogelijkheid om de wagen aan de achterkant te laten zakken tijdens het laden. Hierdoor is het makkelijker om lage auto’s te laden. Luchtvering kan als extra of vervanging van de huidige veren werken. Ook campers worden vaak uitgerust met luchtvering. Er zijn verschillende opties. Met volledige luchtvering worden de orginele bladveren weggehaald. Met hulpluchtvering blijft de orginele vering intact maar komt de luchtvering als extra. Het is ook mogelijk om extra springvering op bladveren te monteren. Dit zorgt ervoor dat de wagen aan de achterkant niet teveel meer doorzakt. Nadeel hiervan is de hogere laadhoek.
Om een lage laadhoek te krijgen is het ook mogelijk om twee dikke stukken hout of rubber mee te nemen en daar de voorwielen van de oprijwagen op te parkeren. Daardoor komt de achterkant een heel stuk omlaag. Hetzelfde effect dus als luchtvering maar voor een fractie van de prijs.
Elektrische lier
Er zijn grofweg twee soorten lieren. De wormlier en de planetaire lier. Een wormlier is zwaar, traag, veilig en betrouwbaar. De lage snelheid wordt bij offroad lieren als nadeel gezien maar bij autotransport kan het een voordeel zijn. Doordat het wat minder snel gaat is het makkelijker om overzicht te houden en bij te sturen. Een planetaire lier is licht, snel en betaalbaar. Het meest gebruikt is een planetaire lier. Bergingsvoertuigen gebruiken vaak een wormlier.
Lieren is een flinke aanslag op de accu. Laat tijdens het lieren liefst de motor lopen. De accu moet korte tijd een hoge stroom kunnen leveren. Een dual purpose accu heeft dus geen zin. Die zijn juist gemaakt om lang stroom te leveren aan kleine verbruikers zoals bij campers. Een AGM / start stop accu kan zin hebben maar de laadstroom van de dynamo moet daar wel goed voor zijn. AGM accu’s kunnen ook slechter tegen hitte dan loodaccu’s.
Het is makkelijk om een lier veel sterker te maken door het gebruik van katrollen. De lier wordt dan langzamer maar kan meer kracht aan. Dit heet ook wel een klapblok of snatch block. Er is dan wel een langere lierkabel nodig maar die hoeft minder dik te zijn.
De lierkabel kan tegenwoordig ook touw zijn. Met de uitvinding van Dyneema touw is dat een hele mooie optie. Licht van gewicht en bij een breuk slaat het niet als een zweep om zich heen. Het nadeel is dat scherpe randen een snee kunnen veroorzaken waardoor het alleen geschikt is voor zeer bewuste gebruikers.